In de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement werd woensdag stevig gedebatteerd over de veroordeling van het Vlaamse woonbeleid door het Europees Comité voor Sociale Rechten (ECSR). Europa noemt het beleid “vernietigend tekortschietend” op drie vlakken: dak- en thuisloosheid, sociale huisvesting, ondersteuning op de private huurmarkt en discriminatie. Dit leidde tot een aantal pertinente vragen van oppositie en meerderheid, en een scherpe botsing over schuld, oplossingen én vooral het tempo waarin verandering nodig is.
Groen: “Wachten is de nieuwe mantra van het Vlaams woonbeleid”
Fourat Ben Chikha (Groen) spaarde zijn woorden niet: “Wonen als mensenrecht staat onder druk in Vlaanderen. Dat is een schande voor een welvarende regio.” Volgens hem gaat de Vlaamse regering gebukt onder “wachten, wachten, wachten”, terwijl mensen vandaag in schimmelwoningen wonen en op straat slapen.
Hij overhandigde symbolisch een sjaal van Woonzaak aan minister Depraetere, met de oproep: “Leg vrijdag op de ministerraad een crisisplan op tafel.”
PVDA: “De markt en winst gaan voor op mensenrechten”
Raf Van Gestel (PVDA) noemde het Europees oordeel “een volledige buis” voor Vlaanderen. “6 procent sociale woningen? In Frankrijk is dat 17 procent, in Nederland 28 procent. Vlaanderen bengelt onderaan.” Hij hekelde de focus op winsten: “Projectontwikkelaars maken massa’s winst, terwijl mensen geen woning kunnen kopen of huren. Dat is gewoon onfair.”
Hij trok de vergelijking met individuele verantwoordelijkheid: “Als ik als burger veroordeeld word, moet ik mijn boete betalen. Wel, ook de regering moet orde op zaken stellen.”
CD&V: “De baksteen is een maagzweer geworden”
Ook Katrien Partyka (CD&V) klonk scherp: “De baksteen zit niet langer in de maag van de Vlaming, het is eerder een maagzweer geworden.” Ze wees op de wachtrij van 176.000 Vlamingen voor sociale woningen, waarvan 5.000 kinderen dakloos zijn. “Een rechtsstaat als Vlaanderen onwaardig.”
Ze noemde de maatregelen van minister Depraetere “een stap in de goede richting”, maar vroeg dringend meer ambitie en een ommezwaai in ons woonbeleid: “U hebt maar één opdracht: bijkomende woningen realiseren, zo snel mogelijk.”
N-VA, Open Vld en Vlaams Belang blijven blind voor de uitspraak
Opvallend is hoe andere partijen weigeren lessen te trekken uit de Europese veroordeling. Gijs Degrande (N-VA) verdedigde het Vlaamse model van eigenaarschap en pleitte voor “structurele oplossingen” die vooral niet mogen leiden tot “schuiven met bestaande stukken”. Marianne Verhaert (Open Vld) viel de minister frontaal aan en riep haar op om “de private markt te omarmen” in plaats van ze “als vijand te behandelen”. Adeline Blancquaert (Vlaams Belang) vond het op haar beurt niet kunnen dat Europa zich zelfs maar uitspreekt over het Vlaams woonbeleid.
Minister Depraetere reageerde fel: “U zegt dat de markt alles perfect regelt, terwijl we net een discussie voeren over hoe groot de wooncrisis is.” Ze wees op het overaanbod aan luxeappartementen en het tekort aan betaalbare woningen: “Daar moeten we als overheid op ingrijpen.”
Het contrast kon moeilijk groter zijn. Terwijl Europa stelt dat Vlaanderen tekortschiet in het beschermen van haar burgers en zelfs expliciet benoemt dat een louter marktdenken onvoldoende oplossingen biedt, blijven N-VA en Open Vld vasthouden aan het marktdenken dat net mee aan de basis ligt van de huidige wooncrisis. Hardleersheid troef.
Minister Depraetere: “Het vorige beleid heeft gefaald – wij doen het anders”
Minister Melissa Depraetere (Vooruit) erkende het Europese oordeel: “Er is te weinig gebouwd, te weinig ingegrepen op prijs en aanbod, te weinig gedaan tegen discriminatie.” Ze beloofde een trendbreuk: “We gaan strenger toezien op lokale besturen. Wie weigert sociale woningen te bouwen, gaan we beboeten.”
Over de private markt bleef ze duidelijk: “Aan luxewoningen geen gebrek. Aan betaalbare woningen wél. Dat segment moeten wij als overheid afdwingen.” Wat dakloosheid betreft, kondigde ze snelle actie aan: “Samen met collega Gennez gaan we housing first uitrollen en steun bieden aan lokale besturen.”
Tegenover de roep om crisismaatregelen antwoordde ze diplomatisch: “Ik ga snel in overleg met Woonzaak. We moeten nú ingrijpen, ook op korte termijn.”
Conclusie
De veroordeling door Europa legt diepe barsten bloot in het Vlaamse woonbeleid. Terwijl de oppositie crisismaatregelen eist, verwijst de minister naar structurele langetermijnoplossingen. Ondertussen lijken partijen die jarenlang mee aan de knoppen zaten, niet van koers te willen veranderen. Eén ding is zeker: het woondebat zal de komende maanden en jaren niet meer van de agenda verdwijnen.